Перевод: со всех языков на все языки

со всех языков на все языки

Со всех языков на:
Все языки
Со всех языков на:
Все языки
Английский
Нидерландский
Русский

ten ondergaan

Толкование Перевод

1 mourir

mourir [moerier]

I    〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 sterven ⇒ doodgaan, overlijden, afsterven

2 ophouden te bestaan ⇒ ten ondergaan 〈 rijk〉 ⇒ wegsterven 〈 geluid〉 ⇒ uitdoven

♦voorbeelden:

1    faire mourir • doden, terecht laten stellen

se laisser mourir • niets doen om in leven te blijven

on n'en meurt pas • daar ga je niet dood van

s'ennuyer à mourir • zich doodvervelen

mourir d' amour • vreselijk verliefd zijn

mourir d' envie • erg veel zin in iets hebben

mourir de froid • sterven, vergaan van de kou

mourir de rage • stikken van woede

mourir de honte • zich doodschamen

mourir de plaisir • dolle pret hebben

mourir de rire • zich doodlachen

mourir pour qn. • zijn leven voor iemand geven

  → feu, fois, partir

2    le son va en mourant • de klank sterft langzaam weg

II se mourir 〈 wederkerend werkwoord〉〈 formeel〉

1 stervende zijn ⇒ zieltogen

2 uitdoven ⇒ wegkwijnen, wegsterven

v

1) sterven

2) uitdoven

Dictionnaire français-néerlandais > mourir
2 décliner

décliner [deeklienee]

I    〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 ondergaan 〈 van zon〉 ⇒ ten einde lopen 〈 van dag〉

2 achteruitgaan ⇒ verzwakken, afnemen

3 afwijken 〈 van magneet, kompas〉

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 〈uitnodiging enz.〉 afslaan ⇒ 〈 verantwoordelijkheid〉 afwijzen, van de hand wijzen

2 〈 woord〉 verbuigen ⇒ declineren

♦voorbeelden:

1    〈 juridisch〉 décliner la compétence d'un juge • de bevoegdheid van een rechter betwisten

¶    décliner ses nom, prénoms, titres et qualités • zijn personalia opgeven

v

1) ondergaan [zon]

2) achteruitgaan, afnemen

3) afwijken [magneet]

4) afslaan, afwijzen

5) verbuigen [woord]

Dictionnaire français-néerlandais > décliner
3 straf

straf¹

〈de〉

1 punishment ⇒ 〈 voornamelijk strafmaatregel, boete〉 penalty

♦voorbeelden:

1   〈 leger〉 een disciplinaire straf • a disciplinary punishment

     een zware/lichte straf • a heavy/light punishment

     iemand zijn gerechte straf doen ondergaan • bring someone to justice

     de straf die gesteld is op deze overtreding • the penalty for this offence

     straf krijgen • be punished

     (iemand) een straf kwijtschelden • pardon (someone)

     een straf ondergaan • pay the penalty

     zijn straf ontlopen • get off scot-free

     een straf opleggen • inflict a punishment

     straf uitdelen • discipline (the children/pupils)

     een straf van tien jaar uitzitten • serve a ten-year sentence

     op straffe des doods • under penalty of death

     op straffe van een (geld)boete • under penalty of a fine

     op straffe van gevangenneming • on pain of detention

     voor straf • for punishment

————————

straf²

〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉

1 [streng] stiff ⇒ severe

2 [geconcentreerd] strong ⇒ stiff 〈 drank〉

3 [krachtig] stiff

♦voorbeelden:

1   een straffe organisatie • a tight organization

     straffe taal • hard words

2   een straffe borrel • a stiff drink

3   een straffe wind • a stiff wind

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > straf
4 Änderung

Änderung

〈v.; Änderung, Änderungen〉

1 verandering, wijziging

♦voorbeelden:

1 politische Änderungen • politieke hervormingen

eine Änderung erfahren • een verandering ondergaan

eine Änderung herbeiführen • een verandering teweegbrengen

Änderungen vorbehalten • wijzigingen voorbehouden

eine Änderung zum Besseren, zum Schlechteren • een wending ten goede, ten kwade

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Änderung
5 погибать

v
gener. blijven, vergaan, kapoeres gaan, om het leven komen, omkomen, ondergaan, te gronde gaan, ten onder gaan

Russisch-Nederlands Universal Dictionary > погибать
6 convert

n. bekeerling
--------
v. om wisselen, uitwisselen; bekeren

convert¹

[ konvə:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 bekeerling

————————

convert²

[ kənvə:t]

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 (een) verandering(en) ondergaan ⇒ veranderen, overgaan

2 〈 Amerikaans-Engels〉 zich bekeren ⇒ van godsdienst veranderen

3 〈 handel〉converteerbaar/inwisselbaar zijn

♦voorbeelden:

1   this seat converts into a single bed • deze stoel is uitklapbaar tot een eenpersoonsbed

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 〈 voornamelijk passief〉 bekeren 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ overhalen

2 om/overschakelen/zetten ⇒ veranderen, om/verbouwen, om/inwisselen, omrekenen

3 zich (wederrechtelijk) toe-eigenen ⇒ verduisteren

♦voorbeelden:

2   convert a loan • een lening converteren

     convert coal to gas • steenkool vergassen

3   convert public funds to one's own use • gemeenschapsgelden ten eigen bate aanwenden

English-Dutch dictionary > convert
7 serve

n. opdienen (met tennis)
--------
v. bedienen; dienen; opscheppen; serveren; uitzitten (straf etc.); bevruchten

serve¹

[ sə:v] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 〈 sport〉 service ⇒ serve, opslag

————————

serve²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 misdienen

♦voorbeelden:

1   serve at Mass • de mis dienen

→ serve on serve on/

II 〈 onovergankelijk en overgankelijk werkwoord〉

1 dienen (bij) ⇒ in dienst zijn van

2 serveren ⇒ opdienen

3 dienen ⇒ dienst doen, helpen, baten

4 〈 sport〉 serveren ⇒ opslaan

♦voorbeelden:

1   〈 figuurlijk〉 serve two masters • twee heren dienen

     serve as a clerk • werken als kantoorbediende

     he served in North Africa • hij heeft in Noord-Afrika gediend

2   serve dinner • het eten opdienen

     serve at table • bedienen, opdienen

3   that excuse served him well • dat smoesje is hem goed van pas gekomen

     £50 serves him for a week • aan vijftig pond heeft hij een week genoeg

     it will serve • daarmee lukt het wel

     as occasion serves • al naar gelang de gelegenheid zich voordoet

     are you being served? • wordt u al geholpen?

     the sky serve him for a roof • de hemel diende hem als dak

III 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 dienen ⇒ voorzien in/van, volstaan, vervullen

2 behandelen ⇒ bejegenen

3 ondergaan ⇒ vervullen, (uit)zitten

4 dagvaarden ⇒ betekenen

5 dekken 〈 dieren〉

♦voorbeelden:

1   serve a purpose • een bepaald doel dienen

     serve the purpose of • dienst doen als

     buses serve the suburbs • de voorsteden zijn per bus bereikbaar

     this recipe will serve four people • dit recept is genoeg voor vier personen

     the house is served with water • het huis is aangesloten op de waterleiding

2   that serves him right! • dat is zijn verdiende loon!, net goed!

     he served me shamefully • hij heeft me schandelijk behandeld

3   he served ten years in prison • hij heeft tien jaar in de gevangenis gezeten

4   serve a writ on someone, serve someone with a writ • iemand dagvaarden

→ serve out serve out/, serve up serve up/

English-Dutch dictionary > serve
8 погибать

v
gener. blijven, vergaan, kapoeres gaan, om het leven komen, omkomen, ondergaan, te gronde gaan, ten onder gaan

Dutch-russian dictionary > погибать
9 bejegening

bejegening

1 treatment

♦voorbeelden:

1   hen allen viel dezelfde onheuse/onvriendelijke bejegening ten deel • they all met with the same rebuff

     een smadelijke bejegening • indignity

     een onaangename bejegening ondergaan • suffer unpleasant treatment

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bejegening
10 untergehen

untergehen

1 ondergaan ⇒ vergaan; 〈 figuurlijk〉 ten onder gaan, teloorgaan

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > untergehen

См. также в других словарях:

— Wikimedia Foundation Error العربية Bahasa Indonesia Česky Dansk Deutsch Eesti Ελληνικά English Español … Википедия

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на все языки

ten ondergaan

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на все языки

ten ondergaan

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: